Als brus (BRoer/zUS van een kind met een (verstandelijke) beperking) of als jonge mantelzorger groei je op in een gezin waar het anders dan anders gaat.
De aandacht van je ouders gaat vaker naar je broer of zus met de beperking. Dat begrijp je als geen ander. Maar soms…
Soms wil je óók ongestoord je verhaal kwijt,
Soms wil je óók wat langer op de Ipad,
Soms wil je óók gebracht worden naar school in plaats van met de fiets,
Soms wil je óók kookles op school.
En dan kan het gebeuren dat je van binnen gaat koken, dat het borrelt en pruttelt en dat het een weg naar buiten zoekt.
Je bent boos! Heel erg boos! Het is niet eerlijk! En het is stom!
Nu krijg je wel aandacht van je ouders. Maar eigenlijk niet waar je op gehoopt had. Zij zijn nu boos op jou.
Op je kamer kom je tot rust en voel je je schuldig.
Schuldig omdat je weet dat je ouders het al zwaar genoeg hebben. Schuldig omdat je weet dat je broer of zus de aandacht van je ouders nodig heeft en dat hij of zij er niets aan kan doen.
Maar naast schuldig voelen, voel je ook dat het niet eerlijk is. Je voelt nog een restje boosheid in je lijf ronddwalen.
Wat een gevoelens! En dat beleef je in een korte tijd achter elkaar!
En jouw gevoelens mogen er zijn! Je hoeft ze niet weg te stoppen (dat doe je waarschijnlijk al vaak genoeg, of niet?)
Waarom zijn deze emoties er eigenlijk en wat kan je er mee?
En hoe kan je omgaan met de gevoelens die je hebt zodat er wat veranderd?
En wat kunnen je ouders doen als ze dit bij jou zien gebeuren?
Allerlei vragen waar ik jullie mee kan helpen.
Neem gerust contact met mij op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek.